Begin deze maand werd snorkelend een eerste blik geworpen in het Grevelingemeer nadat daar eind april zeegras was gezaaid. Tot onze aangename verrassing bleken er al her en der kiemplantjes op te zijn gekomen op de uitzaailocaties.
Dit gold zowel voor de locaties waar in september is uitgezaaid met de ‘aardappelzakkenmethode’, als voor de locaties waarbij de zaden eind april in de bodem zijn gespoten. Bij de aardappelzakkenmethode zijn zaadstengels – mét zaden – aan boeitjes in de Grevelingen gehangen, waarna de zaden er op natuurlijke wijze uit konden vallen. Bij deze methode kunnen de zaden ook wegspoelen of worden opgegeten door langslopende krabben. Bij de ‘injectiemethode’ zijn de zaden, gemengd met wadbodem, op gecontroleerde wijze op 2 cm in diepte in de bodem gespoten d.m.v. kitspuiten op luchtdruk. Deze nieuwe methode lijkt dus veelbelovend en heeft als bijkomend voordeel dat de zaden niet opgegeten kunnen worden door krabben.
Bij deze eerste indrukken was er nog geen verschil te zien tussen de beide methodes. Hopelijk is de overleving van kiemplanten hoog en kunnen we in juli/augustus het eerste zeegrasveldje in de Grevelingen sinds begin jaren ‘2000 verwelkomen.

Groot zeegras (Zostera marina) zaailing in het Grevelingenmeer, juni 2017 (c) the Fieldwork Company