Zeegrasnieuwsbrief 2021

De nieuwsbrief staat online!

Met in dit nummer:

  • Onderzoek zeegrasherstel krijgt vervolg
  • Marre Walter, directeur Beheer van de Beheerautoriteit Waddenzee
  • Onderzoek biodiversiteit in zeegrasvelden
  • Raven Cammenga (Rijkswaterstaat) over vervolgonderzoek zeegrasherstel
  • Zeegrasherstel elders: in Grevelingenmeer en Bay of Arcachon, Frankrijk
  • Kwekerij zeegraszaad
  • Oprichting Stichting Zeegras

Lees hier de nieuwsbrief:

Werkbezoek groot zeegras

Op 1 september 2021 organiseerde Natuurmonumenten een werkbezoek aan het onderzoeksproject zeegrasherstel bij Griend. Het was een divers gezelschap met o.a. mensen van Beheerautoriteit Waddenzee, Waddenfonds, Rijkswaterstaat, provincie, pers, onderzoekers en collega’s van Natuurmonumenten.
Het gezelschap vertrok al vroeg uit Harlingen, zodat ze met laagwater bij het zeegras konden zijn. In de buurt van Griend moesten ze overstappen op een rib en het laatste stuk waden door kniehoog water. De onderzoekers van de RUG stonden hen al op te wachten en leidden de excursie naar de zeegrasvelden.

De pers heeft de dagen erna aandacht gegeven aan het bezoek:
Omrop Fryslan radio in Underweis van 1 september vanaf minuut 39.20
Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant / Franeker Courant Zeegras krijgt weer voet aan de grond op het Wad.
Friesch Dagblad Met een kitspuit komt het zeegras weer tot leven op het Wad
Vroege Vogels Grootschalig herstel van zeegras op droogvallend wad is haalbaar.

Groot zeegras, foto Laura Govers

Grootschalig herstel van zeegras op droogvallend wad is haalbaar

Na enkele jaren van onderzoek is er positief nieuws: er is grootschalig herstel van groot zeegras mogelijk op de droogvallende wadplaten. Op de Grienderwaard bij het eiland Griend is nu voor het vierde jaar op rij zeegras gezaaid en bij de metingen blijkt dat de velden jaarlijks terugkomen en zich uitbreiden.

Sinds 2017 doen onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen onder leiding van Natuurmonumenten onderzoek naar de mogelijkheden voor zeegrasherstel in de Waddenzee. Belangrijkste onderzoeksvraag is of grootschalig herstel van droogvallende zeegrasvelden haalbaar en zinvol is. Deze vraag is nu beantwoord. Wel is er nader onderzoek nodig naar de voorwaarden waaraan de locaties moeten voldoen om het herstel op te schalen voor het hele Waddengebied. De locatie bij Griend is namelijk vooralsnog de meest kansrijke locatie voor zeegrasherstel in de Nederlandse Waddenzee.

Al meer dan 275 ha groot zeegras
Hoofdonderzoeker Laura Govers vult aan: “Het heeft zeegras heeft de afgelopen jaren hitte, stormen en zelfs de ijsgang doorstaan en ook onder die omstandigheden lijkt het zeegrasveld stand te houden en te groeien, zowel in omvang als in dichtheid. Het veld breidt zich uit 2018/30 ha, 2019/100 ha, 2020/164 ha, 2021/275 ha en er komen ook meer planten bij. Naast selectie van geschikte locaties is het voor het toekomstig beheer van de Waddenzee ook belangrijk meer focus te leggen op de mogelijkheden voor het herstel van klein zeegras .”

Droogvallend groot zeegras – foto Laura Govers

Zelf zaden kweken
Tot nu toe is het zeegraszaad dat gebruikt wordt voor het herstel afkomstig van zeegrasvelden bij Hamburger Hallig (Duitsland). Om in de toekomst opschaling voor de hele Waddenzee mogelijk te maken wordt ook onderzoek gedaan naar mogelijkheden om zeegras zelf te kweken en de zaden te oogsten. The Fieldwork Company heeft hiervoor een kwekerij ingericht. Het is daar gelukt om in een kas van zeegraszaad een zaaddragende plant te kweken, die voldoende zaad produceert om daaruit weer nieuwe nakomelingen te krijgen. Tot nu toe is de productie kleinschalig en onderzocht wordt wat nodig is voor opschaling om voldoende zaden te kunnen produceren voor zeegrasherstel.

Groot zeegras in de Nederlandse Waddenzee
In het verleden groeide er veel groot zeegras (Zostera marina) in de Nederlandse Waddenzee, maar in de jaren 1930 werden de velden door de wierziekte geraakt. De aanleg van de Afsluitdijk kort na de ziekte had grote invloed op de omstandigheden in de Waddenzee. Dat droeg ertoe bij dat de zeegraspopulatie verdween en zich tot op heden niet kon herstellen. Het onderzoek bij Griend richt zich op herstel van groot zeegras op droogvallende wadplaten. Groot zeegras kan ook groeien op plekken die altijd onderwater staan. Daarnaast groeit er ook klein zeegras (Zostera noltii) in de Waddenzee.

Zeegras als sleutelsoort
Zeegrasvelden verrijken de Waddenzee. Zeegras wordt beschouwd als sleutelsoort met een grote invloed op andere soorten en zijn omgeving. Als zo’n sleutelsoort wegvalt heeft dat dus een sterk effect op het hele systeem. Waar zeegrasvelden aanwezig zijn zorgen de bladeren voor weerstand waardoor golfhoogtes en stroomsnelheden van het water verlaagd worden. Hierdoor kunnen bodemdeeltjes die in de waterkolom zweven makkelijker bezinken en wordt het water minder troebel zodat meer licht het zeegras kan bereiken. Zeegras verbetert zo niet alleen zijn eigen leefomstandigheden, maar is ook van belang voor vele diersoorten door als kraamkamer, foerageergebied en schuilplaats te dienen.

Waddenmozaïek
Elders in de Waddenzee is een nieuw onderzoeksproject Waddenmozaïek gestart met daarin ook onderzoek naar zeegrasherstel op plekken die altijd onderwater staan. Ondergedoken groot zeegras kan alleen groeien als de omgeving aan een set voorwaardes voldoet. Zo moet er bijvoorbeeld voldoende licht tot de bodem kunnen doordringen, en mag de golfslag niet te groot zijn. Herintroductie van ondergedoken zeegras zou ook kunnen bijdragen aan een rijkere onderwaternatuur in de Nederlandse Waddenzee. 

Het zeegrasherstelproject wordt geleid door Natuurmonumenten, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en the Fieldwork Company. Het project wordt gefinancierd door het Waddenfonds, met bijdragen van Rijkswaterstaat en het EU H2020-project MERCES.

Zeegrasnieuwsbrief 2020

De laatste zeegrasnieuwsbrief is online!

In deze nieuwbrief kun je het volgende lezen:

  • Uitnodiging voor een online lezing op 23 november 2020.
  • Succes zeegrasmotor Griend
  • Verslag van het werkbezoek aan het zeegrasveld bij Griend met o.a. Rijkswaterstaat, het Waddenfonds en de Provincies Groningen en Fryslân
  • Opschaling van productie in zeegraskwekerij
  • Ervaringen elders met zeegrasherstel: in de Waddenzee en in de Grevelingen.

Zeegrasherstelproef Griend succesvol

Het uitgestrekte wad rondom het onbewoonde Waddeneilandje Griend is de afgelopen drie zomers een stukje groener geworden. Niet algen, maar zeldzame groot zeegras planten bedekken de verder kale wadplaat. In experimentele proefvlakken gezaaid in het kader van zeegrasherstel, maar inmiddels uitgewaaierd over bijna 170 hectare wad. Met meer dan 100.000 planten is dit inmiddels de grootste populatie groot zeegras (Zostera marina) van Nederland. En het veld blijft groeien. Tussen 2018 en 2020 bereidde het veld zich uit van 30 naar 170 hectare en verdubbelde de plantdichtheid van het veld. Verdere metingen moeten uitwijzen of het veld zichzelf inmiddels in stand kan houden.

Groot zeegras (Zostera marina) bij Griend dempt de stroming

Uitbereiding 

Sinds een aantal jaar zijn onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met the Fieldwork Company en onder leiding van Natuurmonumenten bezig met onderzoek naar de mogelijkheden voor zeegrasherstel in de Waddenzee. Na het overwinnen van vele uitdagingen – o.a. het wegspoelen van zaden en een nieuw ontdekte zeegrasziekte (nieuwe soort Phytophthora) – gloort er hoop. Op het wad bij Griend tekenen zich diepgroene proefvlakken af. Dichte zeegrasbladeren glinsteren onder een laagje water. Buiten deze gezaaide vlakken steken losse groot zeegrasplanten af tegen het kale wad. Daar waar vóór 2018 geen enkele groot zeegrasplant te bekennen was, strekken ze zich nu uit over bijna 170 hectare. Meer dan honderdduizend planten in totaal, de grootste groot zeegraspopulatie van Nederland. Deze waardevolle natuurbeschermingsdoelsoort lijkt zich hier inmiddels zelfstandig uit te bereiden. In 2018 stonden er meer dan 10.000 planten, In 2019 waren het er 30.000. Inmiddels staan er naar schatting 100.000 planten. En niet alleen het aantal planten neemt toe, maar ook de plantdichtheden en de oppervlakte van het veld. Dat is inmiddels bijna 170 hectare – het lijkt er dus voorzichtig op dat de populatie groeit. Niet alleen als gevolg van nieuwe zaaiproeven, maar ook omdat gevestigde planten zich voortplanten en lokaal nieuwe zaden produceren. Het onderzoek richt zich nu dan ook op deze ontwikkelingen. In 2021 kan zo hopelijk de vraag beantwoord worden of dit veld zichzelf, zonder nieuwe zaaipogingen, in stand zou kunnen houden.

Een proefvlak groot zeegras 20 x 20 m (the Fieldwork Company)

Methodologische ontwikkeling

Deze successen zijn het resultaat van een lange adem en het structureel verbeteren van uitzaaitechnieken. Door elk jaar te leren van de behaalde tegenvallers en successen is er in 2017 een werkende methode ontwikkeld; de ‘Kitspuitmethode’. Voor deze methode is inmiddels zelfs vanuit het buitenland interesse. Met kitspuiten worden hierbij zeegraszaadjes in het voorjaar in de bodem geïnjecteerd op de gewenste diepte, met spectaculaire resultaten als gevolg. Al in 2018 werd hiermee de doeldichtheid van 10 planten per vierkante meter bereikt. Inmiddels is de methode zo verbeterd dat de op voorhand gewenste plantdichtheid ingezaaid kan worden op een geschikte locatie. In 2019 waren dat zelfs 50 planten per vierkante meter. Het veld bij Griend stond centraal in deze ontwikkeling. De nieuwste uitzaaiproeven vormen nu extra dichte zeegraskernen om het veld verder te versterken. Een veelbelovende ontwikkeling voor de Waddenzee dus.

Zeegraszaadjes worden in de bodem geinjecteerd met de ‘kitspuitmethode’ (begin maart 2020)

Versterking biodiversiteit

Zeegras is een bijzondere plant. In tegenstelling tot algen wortelt het in de zeebodem en kan het dichte grasvelden vormen op het wad en onderwater. In deze dichtheden kan zeegras zelfs zijn omgeving beïnvloeden. Het dichte bladerdak remt golven en de compacte wortelmat houdt zand en modder vast. Zo helpt zeegras bijvoorbeeld (kust)erosie tegen te gaan. Door deze eigenschappen biedt zeegras, net als bossen op het land, een geschikt onderkomen voor vele soorten. Juist door het bieden van beschutting verhogen zeegrasvelden lokaal de biodiversiteit. Niet alleen voor permanente bewoners, maar ook door als kraamkamer te fungeren voor commercieel belangrijke vissoorten en schaaldieren. Niet voor niets wordt de uitbereiding van zeegras gezien als één van de manieren om de voedselketen van de Waddenzee robuuster te maken. Dit is een van de doelen die Natuurmonumenten, trekker van dit project, tracht te bereiken met het herstel van zeegras in de Nederlandse Waddenzee. 

Alikruiken grazen op de algen die op zeegrasbladeren groeien

Zeegras in de Waddenzee

In Nederland komen twee soorten zeegras voor: groot en klein zeegras (Zostera marina en Zostera noltii). Beiden soorten zijn inmiddels een zeldzame verschijning in de Nederlandse Waddenzee. Ondergedoken groot zeegras kwam vroeger in dichte velden voor in de Westelijke Waddenzee. Tot 1930 was er zelfs een belangrijke industrie –de ‘Wiervisserij’ – die zeegrasbladeren oogstte en verwerkte tot matrasvulling en isolatie van huizen en dijken (‘wierdijken’). In 1930 brak de wierziekte uit, tegelijkertijd met de bouw van de afsluitdijk, waardoor het zieke zeegras tijdelijk te weinig licht kreeg in het vertroebelde water. Het bijna 150 km2 ondergedoken groot zeegras stierf massaal af en de historische wiervisserij ging daarmee verloren. Het heeft zich daarna nooit meer hersteld. Op het droogvallende wad zijn nog wel wat kleine zeegrasveldjes te vinden, maar door de verslechtering van de waterkwaliteit eind vorige eeuw zijn ook die velden flink geslonken. Natuurlijk herstel van deze velden is moeilijk: er is weinig zeegras meer over. Vanuit het Duitse wad, waar nog wel grote droogvallende velden zijn, kan de Nederlandse Waddenzee moeilijk worden gekoloniseerd omdat de zeestroming van west naar oost loopt – de Duitse in plaats van de Nederlandse kant op. Daarom moet het herstel van zeegras in de Nederlandse Waddenzee een handje geholpen worden door mensen.

Het zeegrasherstelproject dat wordt geleid door Natuurmonumenten, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en the Fieldwork Company. Het project wordt gefinancierd door het Waddenfonds, met bijdragen van de Waddenprovincies, Rijkswaterstaat en het EU H2020-project MERCES.

Meer lezen over dit project in de media?

Omrôp Fryslan

NOS

NU.nl

40.000 kiempjes bij Griend

Deze week was het dan zover: na 3 maanden wachten konden de groot zeegraskiempjes (Zostera marina) bij Griend worden geïnventariseerd. Nét voor de uitbraak van de Coronacrisis kon het zeegraszaad begin maart nog worden gezaaid. Een paar honderduizend zaadjes werden in de bodem geïnjecteerd en het was wachten op hoeveel zaden daadwerkelijk zouden uitgroeien tot kiemplantjes.

Groot zeegras kiemplantjes bij Griend (Juni 2020)

Tellingen toonden deze week aan dat er naar schatting 40.000 kiemplantjes zijn opgekomen in onze proefvlakken, verspreid over ongeveer een kwart hectare wadplaat. Dit betekent dat ongeveer één op zes zaden is uitgegroeid tot plantje. Dit is de eerste keer dat we de zeegraszaaimethode, die de afgelopen jaren succesvol werd verfijnd, op grotere schaal uitproberen.

Zeegraszaden werden in maart in proefvlakken van verschillende groottes en dichtheden uitgezaaid: vlakken van  0.4  – 4 – 40 – 400 m2 en in twee verschillende dichtheden. Het doel hiervan is om te bepalen wat het belang is van schaal en zaaddichtheid voor het succes van zeegrasherstelproeven. Met name een optimale plantdichtheid is van belang voor bloeiende planten zodat er voldoende bestuiving plaats kan vinden. Pollen van groot zeegrasplanten verplaatsen zich via het water, dus hoe meer planten zich in de buurt bevinden, hoe groter de kans dat de pollen bij een andere plant terechtkomen. De metingen die voor augustus gepland staan zullen verder uitsluitsel geven over deze optimale dichtheden.

Op de website van Omrop Fryslân kun je meer lezen over de zaaiactiviteiten van afgelopen maart.

Nieuwe nieuwsbrief

Vandaag is er weer een nieuwe nieuwsbrief uitgekomen. 8 Pagina’s vol zeegrasnieuws van het afgelopen jaar.

In deze nieuwsbrief:

  • Veelbelovende resultaten van de proeven van afgelopen voorjaar/zomer. Recordbrekende plantdichtheden die vervolgens zichzelf om zeep brachten door boven het water uit te groeien. We concluderen hieruit dat minder = meer in groot zeegrasherstel.
  • De zeegraszaadkwekerij is nu echt van start gegaan met de zoektocht naar het ideale substraat om groot zeegras op te groeien. Het is pionieren, maar de eerste 100 zaden van kweekplanten zijn een feit.
  • Klein zeegras kan groot zeegras helpen door een landschap te bouwen en daar water in vast te houden. Hierdoor kan groot zeegras beter droogtestress doorstaan. Dit geeft ons het idee om ons in de toekomst ook te richten op het samen herstellen van groot en klein zeegras, al is het verzamelen van kleinzeegraszaad een monnikenwerk.
  • Zeeduizendpoten belemmeren de vestiging van jonge groot zeegrasplanten. Ze blijken de net gekiemde groot zeegrasplanten erg lekker te vinden. Dat betekent dat we bij het selecteren van de juiste groeilocatie voortaan ook rekening moeten houden met de aanwezigheid van hoge dichtheden van deze wormensoort.
  • Samenwerking met andere zeegrasteams wordt steeds belangrijker. Door op wereldniveau kennis uit te wisselen hoeven we niet nog een keer hetzelfde wiel uit te vinden en kunnen andere projecten ook meeprofiteren van de door ons ontwikkelde methodes zoals de koperbehandeling en de kitspuitmethode.
  • In het Grevelingenmeer zijn afgelopen voorjaar 6000 Deense groot zeegraspanten neergezet waarbij is gekeken naar de effecten van krabben (die eten het zeegras op) en alikruiken (die houden het zeegras schoon).

Lees de details hier in de nieuwsbrief

Groot zeegras in Engeland (Isles of Scilly)

Zeegrasherstel Australië

De afgelopen weken waren we op bezoek bij Australische collega’s van Deakin University in Melbourne. Deze groep is een van de weinige groepen ter wereld die, naast onze eigen groep, aan droogvallend zeegrasherstel werkt. Door kennisuitwisseling hopen we beide initiatieven te ondersteunen en succesvoller te maken. Groepsleider Dr. Craig Sherman was afgelopen jaar al twee keer bij ons op bezoek, en zijn promovendus Yi Mei Tan hielp afgelopen maart zelfs de hele maand mee met het zaaien van groot zeegraszaad in de Waddenzee. En nu was het onze beurt om meer inzicht te krijgen in het werk van onze Australische collega’s.

 

Groot zeegras

Onze Nederlandse doelsoort is al jaren droogvallend groot zeegras (Zostera marina): vanwege de historische waarde én het gemak waarmee we zaden van deze soort kunnen verzamelen. Inmiddels hebben we ook een eerste succesvolle poging gedaan om meerjarig klein zeegras (Zostera noltii) te zaaien op het wad bij Griend. In Australië komen twee nauwverwante zeegrassoorten voor die geen Nederlandse namen hebben: Zostera muelleri en Zostera nigricaulis. Deze soorten behoren tot dezelfde familie als groot en klein zeegras. Zostera muelleri lijkt sterk op klein zeegras, maar dan met langere en bredere bladeren en robuustere wortelstokken. Deze soort groeit in Australië en Nieuw-Zeeland op droogvallende wadplaten, maar ook hoog in het sublitoraal op plekken waar het water helder genoeg is. Zostera nigricaulis heeft een vergelijkbare bloeiwijze als groot zeegras, maar kan naast zaden ook nieuwe wortelstokfragmenten produceren aan de bloeistengels. Nigricaulis komt alleen voor op plaatsen die permanent onder water staan. Beide soorten kunnen ook samen voorkomen.

 

Slibprobleem

De baai waar onze collega’s op focussen voor zeegrasherstel is Western Port Bay, een grote baai ten oosten van Melbourne. Tot in de jaren 1980 groeide hier bijna 250 km2 zeegras: zowel Zostera muelleri, Zostera nigricaulis als een derde soort met mooie ronde blaadjes – Halophila australis. Momenteel is hiervan bijna een derde verdwenen in de afgelopen 40 jaar. Voornamelijk als gevolg van ontbossing stroomopwaarts van de baai. Hierdoor nam de erosie toe en voerden riviertjes en beken veel geërodeerd sediment aan naar de baai. Dit fijne slib bedekte het zeegras en verslechterde het lichtklimaat voor ondergedoken zeegras. Inmiddels is deze erosie teruggedraaid en de sedimentcondities verbeterd – al kun je nog een dikke rode, ijzerrijke laag slib in de baai zien liggen. Omdat er echter zoveel zeegras is verdwenen heeft de lokale waterbeheerder Melbourne Waters om natuurlijk herstel (‘recovery’) van zeegras een handje te helpen met actief herstel (‘restoration’).

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In Australië leven ook jonge roggen (Banjo rog) tussen het zeegras

Zaad of scheuten?

De droogvallende soort Zostera muelleri is de eerste soort waarvoor op dit moment de mogelijkheden voor herstel worden verkend. Eerste stappen hiervoor zijn het opstellen van een kansenkaart voor zeegrasherstel en het bepalen van geschikte methodes voor zeegrasherstel. Dit laatste hangt sterk af van de biologie van de doelsoort. Zaden hebben het voordeel dat ze zorgen voor voldoende genetische diversiteit in een te herstellen populatie, maar ook dat je zeegrasherstel potentieel kunt opschalen. Alternatief is het gebruik van scheuten van volwassen planten. Dit kan met sediment en al (zoden) of door het planten van uitgespoelde wortelstokken. Omdat droogvallend groot zeegras vooral in zaadproductie investeert en omdat het verplaatsen van volwassen planten een grote aanslag zou zijn op de donorpopulatie, kiezen wij voor zeegrasherstel met zaad. Voor klein zeegrasherstel zou zowel zaad als scheut-gebaseerd herstel kunnen werken. Onze Australische collega’s proberen momenteel ook beide methodes uit: Zostera muelleri produceert wel wat zaad, maar niet zoveel als groot zeegras en er groeit nog voldoende zeegras in de baai om als donormateriaal te gebruiken.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Zeegras planten op het Australische wad

 

Methodologische vergelijking

Al sinds 2014 zijn we bezig om een geschikte methode te vinden om groot zeegras uit te zaaien in de Nederlandse Waddenzee. Verschillende varianten van de ‘zaadstengelzakken’ (of BuDS – Buoy Deployed Seeding in het Engels) passeerden de revue. Sinds 2017 zijn we bezig om onze ‘kitspuitmethode’ te optimaliseren. Hiermee halen we inmiddels goede resultaten, maar het kost dus tijd om een geschikte methode te ontwikkelen. Ook andere zeegrasgroepen hebben niet stilgestaan en meerdere methodes zijn parallel aan elkaar ontwikkeld. Allemaal gericht op lokale condities en soorten. In Australië start het onderzoek naar mogelijkheden voor zeegrasherstel dan ook met een methodologische vergelijking. Vijf methodes worden op drie locaties uitgeprobeerd om een geschikte methode te vinden. Op al deze locaties staat momenteel nog natuurlijk zeegras, waaruit blijkt dat de locatie in ieder geval geschikt zijn voor zeegrasgroei.

 

Spijkers, jute en rekjes

De meeste zeegrasherstelprojecten zijn kind aan huis bij de bouwmarkt, zo ook in Australië. Waar wij vooral grootafnemer zijn van kitspuiten en toebehoren, wordt ‘Down Under’ gewerkt met spijkers, jute zakjes en rekjes. In totaal worden in Western Port Bay vijf methodes vergeleken. Vier daarvan zijn gebaseerd op scheuten. Één methode maakt gebruikt van zaden. Hierbij worden kleine jute zakjes gevuld met lokaal sediment en zaden, aan een touw geknoopt en begraven. Voor de scheuten wordt een deel schoongespoeld en uitgezocht en achtereenvolgens 1) aan spijkers (als anker) en 2) metalen rekjes geknoopt of 3) door jute schijven geweven. Al deze scheuten worden vervolgens geplant waarbij de verschillende verankeringstechnieken worden begraven. De laatste methode die uit de kast wordt getrokken is het steken van kleine kernen uit een nabije natuurlijke populatie, die vervolgens – met sediment en al – in een biologisch afbreekbare pot wordt geplant. Dit is overigens allemaal op experimentele schaal in proefvlakken van 3 x 3 m. Dit experiment is inmiddels op bijna alle proeflocaties geplant en nu is het afwachten hoe de planten en zaden zich de komende maanden, in de warme Australische zomer, gaan ontwikkelen. Hierbij zullen ook een aantal factoren, die ook in de Waddenzee sturend zijn, gevolgd worden: algengroei, sedimentdynamiek en bioturbatie. Zo kunnen we op hele verschillende locaties toch generieke bottlenecks voor droogvallend zeegrasherstel vergelijken en methodologisch van elkaar leren. Als de Australiërs deze zomer wel genoeg zeegraszaad kunnen verzamelen zullen ze volgend jaar ook de door ons ontwikkelde ‘kitspuitmethode’ uitproberen (dat gebeurt nu alleen nog maar op labschaal).

Ben je benieuwd hoe deze Australische proeven zich ontwikkelen? Volg onze collega’s op social media via @Zosteration op Facebook en Twitter 

Nieuwe lading zeegraszaad opgehaald

Dit zomerse weekend was het weer zover: een paar busjes met vrijwilligers, studenten en medewerkers van the Fieldwork Company en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) reisden af naar Duitsland om een nieuwe lading zeegraszaad op te halen.

De eerste lading groot zeegras is geplukt

Sinds vorig jaar bezoeken we hiervoor een uitgestrekt zeegrasveld op het wad bij Hamburger Hallig aan de vastelandskust van Schleswig-Holstein (Noord-Duitsland). Dit veld is een stuk slikkiger dan het voormalige donorveld bij Sylt, waardoor het plukken soms een modderige bedoeling is. Klein zeegras bouwt in dit veld en afwisselend landschap van poeltjes en geultjes waar groot zeegras groeit. Groot zeegras laat zich hier dus makkelijk oogsten.

Groot zeegras groeit in een landschap van klein zeegras

Om volgend jaar bij Griend op grote schaal experimenten in te kunnen zetten hadden we de ambitie om 400 kg zaadhoudend zeegras te plukken. Dankzij de enorme inzet van het plukteam en het mooie weer, waardoor het getij lang op zich liet wachten, werd er binnen zes uur 408 kg geplukt. De zaden moeten nog geteld worden maar naar schatting zal dit een paar miljoen zeegraszaden opleveren. De komende weken zal het zaad in Groningse ‘bubbelbaden’ afrijpen. Daarna wordt het zaad uitgezeefd en bewaard totdat het uitgezaaid kan worden na het stormseizoen in maart.

Klein zeegras patch bij Griend opgegroeid uit zaad

Na de eerste ronde plukken hadden we nog een tweede doel: het verzamelen van klein zeegraszaad. In tegenstelling tot groot zeegras is klein zeegras een meerjarige plant. Dat betekent dat klein zeegras zich vooral klonaal (via wortelstokken) uitbreidt, en de winter ondergronds overleeft. Groot zeegras is daarentegen eenjarig op het droogvallende wad – deze plant komt elk jaar opnieuw op uit zaad. Dit betekent dus dat klein zeegras wat uit zaad opkomt op dezelfde plek blijft staan en in een paar jaar kan uitgroeien tot een grote ‘patch’. Vorig jaar hebben we voor het eerst klein zeegraszaad geplukt. Een half uur over het wad kruipen leverde een theelepel zaad op. Omdat het zich vooral klonaal verspreidt produceert één vierkante meter klein zeegras maar een paar zaadjes. in maart zaaiden we dit zaad bij Griend op dezelfde manier als het groot zeegraszaad: met kistpuiten injecteerden we de zaden met wadslib op 2 cm diepte in de bodem. Inmiddels is het zaad uitgegroeid tot ongeveer zes vierkante meter klein zeegras. De eerste poging om klein zeegras uit zaad op te laten groeien in het veld is dus gelukt.

Klein zeegras plukken op de knieën

Om volgend jaar op experimentele schaal klein zeegras te kunnen zaaien (in plaats van een ‘proof of principle experiment’) wilden we dit jaar dus meer zaad verzamelen. Dit betekende een heel tij op de knieën speuren naar de schaarse zaadstengels, te herkennen aan lichte, geelgroene verdikkingen aan de bladbasis. In plaats van met vuilniszakken, kroop iedereen met een handzaam zakje op handen en voeten door de modder. Het resultaat: 5 kg klein zeegras. Hopelijk levert dit een paar eetlepels zaad op voor volgend jaar. Al met al dus een geslaagde oogst van zowel groot als klein zeegraszaad dankzij de enthousiaste inzet van een gemêleerd plukteam met wel zes nationaliteiten. Dat is alvast een geslaagde start voor het groeiseizoen van volgend jaar.

Het zeegrasplukteam