Hoogtepunt voor zeegras Griend

Bijna een jaar na het verzamelen van groot zeegraszaad in Duitsland was het afgelopen week zover: het gezaaide zeegras bij Griend kon in vol ornaat worden bekeken. In maart waren de zaden gezaaid, in mei waren er veelbelovende hoeveelheden kiempjes waargenomen en in juli zouden de planten tot vol wasdom gekomen moeten zijn.

DSC_3776

Groot zeegras proefvlak bij Griend (juli 2019)

Gelukkig werd aan onze verwachtingen voldaan: een deel van onze proefvlakken bevatte wuivende zeegrasveldjes! Dichtheden tot lokaal bijna 100% bedekking waarbij de individuele planten bijna niet meer te tellen waren. Verrassend genoeg waren de controle-behandelingen (zonder nepzeegras) de meest succesvolle. Deze vlakken van 9 vierkante meter hadden gemiddeld tussen de 70-100% plantenbedekking. Dit staat gelijk aan ongeveer 50 planten per vierkante meter. Ter vergelijking: vorig jaar vonden we gemiddeld 10 planten per vierkante meter en in 2017 1 planten (en 0.01/m2 in 2015). Het lijkt er dus op dat we inmiddels de methode van zaaien (en het bewaren van zaden)  aardig onder de knie hebben.

2019-07-22 20.07.39

Zeegrastellingen in de nepzeegrasproefvlakken. Groot zeegrasplantjes zijn veel kleiner in deze ‘behandeling’

De resultaten van de nepzeegrasvlakken vielen helaas wel tegen. In mei en juni waren deze vlakken dik begroeid met een laag darmwier, waardoor er geen zeegras kiemplantjes zichtbaar waren. Inmiddels was het darmwier verdroogd en weggespoeld en blijkt er wel degelijk groot zeegras te zijn opgekomen. Wel in veel lagere dichtheden, en de waargenomen plantjes blijken stukken kleiner dan in de ‘controles’. Wellicht dat de droogte (ze staan niet in een laagje water maar er net boven) in deze vlakken hun ontwikkeling beperkt. We hebben allerlei metingen verricht om hier achter te komen en blijven de planten volgen tot eind augustus.

dsc_3781-e1564483076355.jpg

Groot zeegras in de ‘hoogteproef’ op Griend in vlakken van 7.5 x 7.5 meter

Daarnaast hebben we ook nog het tweede experiment op het wad bij Griend gemonitord. In dit experiment hadden we proefvlakken van ongeveer 50 vierkante meter ingezaaid met iets lagere zaaddichtheden (250 per vierkante meter) dan in de ‘nepzeegrasproef’. Ook hier namen we mooie plantendichtheden waar met een bedekking van 30-50% op de eerste hoogte (+30 cm NAP). Op de overige hoogtes (+10 cm NAP, -5 cm NAP en -30 cm NAP) hadden we ook veelbelovende resultaten verwacht, maar op een paar planten na in de +10 cm NAP proefvlakken, vonden we geen planten op de lagere hoogtes. Hoogtemetingen wezen uit dat het sediment op deze hoogtes waarschijnlijk te instabiel is geweest in de afgelopen periode, waardoor het zaad en de eerste kiemplantjes zijn weggespoeld of juist zijn begraven. Ook dit levert interessante resultaten op omdat we juist méér planten hadden verwacht op de lagere hoogtes: groot zeegras houdt namelijk niet van te lang droogvallen.

In augustus vindt het laatste en definitieve veldbezoek aan de zeegrasproeven bij Griend plaats waarbij ook zal worden gekeken naar de zaadproductie van de planten (en daarmee de kansen voor volgend jaar).